- plaats
- {{plaats}}{{/term}}1 [algemeen]place 〈v.〉2 [punt, gebied op aarde, in de ruimte] lieu 〈m.〉3 [plek op een oppervlak] endroit 〈m.〉4 [stad] 〈stad〉 ville 〈v.〉 ⇒ 〈dorp〉village 〈m.〉5 [open stuk grond] cour 〈v.〉6 [passage in een boek] passage 〈m.〉♦voorbeelden:1 het aantal plaatsen in een auto • le nombre de places dans une voiturede plaats bepalen • localisereen plaats bespreken • retenir une placeiemands plaats innemen • prendre la place de qn.het is hier de plaats niet om • ce n'est pas l'endroit indiqué pourplaats maken (voor iemand) • faire place (à qn.)deze tafel neemt veel plaats in • cette table prend beaucoup de placeneemt u a.u.b. plaats • veuillez vous asseoir, s.v.p.een plaats openlaten • laisser une placezijn plaats niet weten • ne pas connaître sa placein, op de eerste plaats • en premier lieuterug naar zijn plaats gaan • retourner à sa placeop de plaats rust • repos〈figuurlijk〉 op de plaats dood blijven • tomber raide mortop z'n plaats • à sa placeop uw plaatsen!, klaar, af! • à vos marques, prêts, partez!zijn gezin komt op de eerste plaats • sa famille passe avant (tout)〈figuurlijk〉 iemand op zijn plaats zetten • remettre qn. à sa placeter plaatse • sur placevan plaats veranderen • changer de placeniet van zijn plaats te krijgen zijn • ne pas pouvoir être délogé de sa placede eerste plaats innemen • prendre la première placeop de eerste plaats staan • être le premier〈sport en spel〉 op de tweede plaats eindigen • finir à la deuxième place2 de plaats van aankomst • le lieu d'arrivée〈toneel〉 eenheid van plaats • unité de lieude plaats van handeling • le lieu de l'action; 〈toneel〉 la scèneeen gewijde plaats • un lieu saint3 verboden plaatsen • endroits interditser is op verschillende plaatsen regen gevallen • il a plu à différents endroitshij is op een zekere plaats • il est au petit endroitje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • on ne peut pas être partout à la foisop die plaats doet het pijn • c'est à cet endroit que ça fait malop sommige plaatsen gaat de verf eraf • la peinture se détache par endroits4 een grote plaats • une ville importante¶ iets in de plaats stellen van • substituer qc. àvoor iets, iemand in de plaats komen • remplacer qc., qn.in plaats van • au lieu dein plaats dat hij nu zelf kwam • au lieu de venir lui-mêmein jouw plaats deed ik het • à ta place, je le ferais
Deens-Russisch woordenboek. 2015.